Zeeslangen - Laticauda


Zeeslangen worden zelden langer dan anderhalve meter. Alle soorten zijn giftig maar meestal niet agressief. De staart is tot een plat roer veranderd. De neusgaten liggen aan de bovenzijde van de kop. Het overbodige zout van het zeewater wordt door zoutklieren aan de kop afgevoerd. Speciaal is dat sommige soorten levenbarend zijn. Van de meer dan 180 soorten lever er 2 in zoet water en de rest in de zee rond de kust. Zeeslangen leven in de Indische- en Grote Oceaan, ze komen niet voor in de Atlantische Oceaan en de Noordelijke Ijszee.

 

De geellip zeeslang (Laticauda colubrina) blijkt een bijzonder trucje te gebruiken om roofdieren weg te jagen. Hij beweegt zijn staart precies zo als zijn kop zodat zijn tegenstander een dubbel portie gif vreest. De zeeslag is zeer giftig, maar niet agressief voor duikers. Ze komen slecht op een paar plekken aan land om te paren.

Klik op de foto voor de naam