Zee-egels - Echinoidae


Zee-egels zijn stekelige, ongewervelde waterdieren. Zee-egels zijn meestal min of meer bolvormig, hartvormig of schijfvormig. Ze hebben een hard pantser dat meestal bedekt is met stekels. Het pantser bestaat uit kleien plaatjes waarop zich knobbels bevinden. Daarop zijn de stekels vastgehecht door middel van een kogelgewricht. De stekels dienen bij vele soort voor de voortbeweging. Sommige soorten graven zich in met behulp van de stekels. Daarnaast hebben de stekels ook een beschermende functie. Enkel soorten kunnen zelfs gif uitstoten. Tussen de stekels bevinden zich kortgesteelde, uiteenlopende pedicellariae. Ook deze dienen voor de verdediging en het schoonhouden van de huid. Met deze pedicellariae houden ze vaak dingen uit hun omgeving vast om zich zo te camoufleren. Van de mond (onderzijde) naar de anus(op de rug, aan de top = aboraal) bevinden zich bij de regelmatige zee-egels (Regularia zoals Psammechinus, Echinus) 10 paren geplaatste rijen zuigvoetjes. De platen waardoor deze zuigvoetjes naar buiten komen heten ambulacrale platen. De andere platen zijn de adambulacrale platen. Alle egularia bezitten een ingebouwd kauwapparaat: de lantaarn van Aristoteles. Bij de onregelmatige zee-egels (Irregularia, zoals Echinocyamus, Echinocardium) bevinden de zuigvoetjes zich aan de bovenzijde van de schaal, waar ze een bloem- of stervormige figuur vormen. Bij deze groep bevindt de anus zich aan de zijkant en de mond aan de onderzijde. Zij hebben ook geen lantaarn van Aristoteles. De zee-egels leven meestal van plantaardig voedsel of detritus. Sommige soorten nemen ook wel dierlijk voedsel. Zee-egels zijn van gescheiden geslacht. Mannetjes en wijfjes zijn slechts zelden uiterlijk te onderscheiden. De eicellen worden in het water bevrucht. Daaruit komen pluteus-larven, die na enkele gedaanteverwisselingen naar de bodem zakken om daar uit te groeien tot volwassen zee-egels.

Klik op de foto voor de naam