Amerikaanse zwaardschede -  Ensis americanus


Dit soort komt oorspronkelijk voor langs de Noord-Amerikaanse oostkust en werd in de jaren zeventig voor het eerst aangetroffen bij de Duitse waddeneilanden. In 1979 werd hij voor het eerst bij ons in de Waddenzee waargenomen. Begin 1982 was de soort al vrij talrijk. In augustus van dat jaar werd de eerste vondst op Schiermonnikoog vermeld. In 1985 volgde in Katwijk de eerste waarneming buiten het waddengebied. Overal waar de schelp terechtkwam, groeiden de aantallen in drie tot vier jaar sterk. Nu is de soort op veel stranden in West-Europa de meest voorkomende. Het is niet bekend hoe de schelp hier terecht is gekomen. Er wordt verondersteld dat ze via het ballastwater van een schip, op weg naar Hamburg, in Europa zijn   ingevoerd. De Amerikaanse zwaardschede heeft een dunne schelp, ongeveer 6 keer zo lang als hoog. De schelp is duidelijk   gebogen. De randen zijn mooi afgerond. Het langwerpige spierindruksel is ongeveer even lang als de slotband. Dit korte, voorste spierindruksel is kenmerkend voor de Amerikaanse zwaardschede. De Amerikaanse zwaardschede leeft loodrecht ingegraven in fijn zand en slik en komt als een van de weinige soorten ook in de getijdengebieden voor. Soms hechten zich andere schelpen vast op de bovenliggende kant van de Amerikaanse zwaardschede, zoals mossels, kokkels of alikruiken.