Portugese (Japanse) oester -  Crassostrea gigas


De meeste boeken hebben het over een Portugese oester maar soms wordt hij de Japanse oester genoemd. Het gaat echter wel om hetzelfde soort. Aan het eind van de 19e eeuw is deze oester vanuit Portugal naar Frankrijk gebracht om daar gekweekt te worden. Maar men vermoedt dat hij in de 16e of 17e met Portugese schepen vanuit Japan geïmporteerd is. De Portugese oester kan goed tegen de strenge winters maar kan zich alleen voortplanten als de zomers warm zijn. De nieuwkomer breidde zich snel uit en neemt de plaats in van de Zeeuwse oester. Ook eet hij het plankton op waar de Zeeuwse oester van leeft. De Portugese oester kan wel  30 jaar worden. Een voorbeeld van een plaagsoort, die de kans kreeg door een inschattingsfout.


De Portugese oester is langwerpig ovaal, vaak zit er ook een kleine bocht in. Lengte tot meer dan 20 cm, breedte 7 cm. De linkerklep is plat en de schelp zit met deze zijde vastgehecht op de ondergrond; de rechter sterk geribbeld (concentrische ribbels), en diverse lagen in de schelp zijn zichtbaar. Hij maakt een zeer grove, sterke indruk, maar heeft een tamelijk   breekbare, onregelmatige rand. Kleur hoofdzakelijk bruin, binnenin wit.