Zeeappel -  Psammechinus miliaris


De zeeappel heeft veel korte stevige paarsachtige stekels. De zee-egel zoekt zijn voedsel alleen op een rotsachtige bodem. Met zijn zuigvoetjes is hij zelfs in staat om verticaal langs rotsen te kruipen. Al kruipend graast hij de stenen af met zijn krachtige tanden. In zijn bek bevindt zich ook een ingewikkeld kauwapparaat dat al door Aristoteles werd beschreven en daarom nog steeds "de lantaarn van Aristoteles" wordt genoemd. Zijn voornaamste voedsel bestaat uit mosdiertjes en groenwieren. Vaak zie je zeeappels met tussen hun stekels allerlei stukjes zeewier en afval. Men denkt dat de zeeappels zich hiermee proberen te camoufleren. In het voorjaar planten de Zeeappels zich voort door middel van het uitstoten van geslachtscellen in het open water via speciale gaten in het skelet. De uit de eitjes ontstane larfjes zwemmen de eerste tijd tussen het plankton, voordat zij zich ontwikkelen tot kruipende zeeappels.