Ploegend schepje -  Philine quadripartita


Het Schepje is een opmerkelijk schelpdragend weekdier. Dat het een schelp heeft is aan de buitenkant niet te zien. De zeer dunne en breekbare schelp zit namelijk volledig verstopt onder de mantel in het centrale lichaam van het dier. Om zich te beschermen leeft het dier verstopt in de sliblagen van zeebodems waar het zich als een mol een weg baant en zich voedt met kleine zeedieren die het daar tegenkomt. Het zijn vleeseters die meestal ’s nachts actief jagen. Het voedsel bestaat uit onder andere foraminiferen, wormen, tweekleppigen, huisjesslakken en kleine stekelhuidigen zoals het Zeeboontje. Schepjes worden gemiddeld 40 tot maximaal 70 millimeter groot. Het zijn melkwitte dieren die als ze op het slib worden aangetroffen meestal bedekt zijn met een slijmlaag waar veel vuil aan kleeft. Als ze verstoord worden, scheiden ze een zuurachtige substantie uit waarmee ze proberen de belagers af te schrikken. Eikapsels worden in het voorjaar en in de zomer afgezet. De soort is aanwezig in alle kustwateren van West-Europa, de gehele Middellandse zee en langs de gehele West-Afrikaanse kust tot voorbij Zuid-Afrika. Ze worden tenminste drie tot vier jaar oud.