Kokkel -  Cerastoderma edule


De kokkel heeft een stevige schelp, grijsbruin tot vuilwit van kleur. Lengte ca. 5 cm. De binnenkant is wit en heeft ca. 24 karakteristieke  lengte ribbels die uitlopen in stompe tanden op de rand van de schelp; tevens  zijn groeiringen te onderscheiden. Leeft laag in het intergetijdengebied, ingegraven in zand, slib of fijn grind. Het is een zoutwatersoort, maar hij kan een zoutgehalte van 2 promille nog wel verdragen.